Het cluster Ouderenzorg bereikt een grote groep patiënten. Alle ouderen met een psychische kwetsbaarheid kunnen hier terecht. Deze kwetsbaarheid kan vele oorzaken hebben. Daarnaast krijgen deze ouderen ook te maken met functionele veranderingen, somatische klachten en problemen gerelateerd aan de levensfase waarin zij zich bevinden. Dit alles zorgt voor een hoge complexiteit. Om aan al deze zorgvragen en behoeften te kunnen voldoen, zijn er veel disciplines werkzaam binnen het cluster. Elk discipline brengt zijn eigen expertise en kennis mee aan tafel. Deze verscheidenheid aan disciplines zorgde echter ook voor veel onduidelijkheid in de rol- en taakverdeling.
Om deze reden werd de werkgroep Interdisciplinaire samenwerking in het leven geroepen. Hierin waren leden uit verschillende disciplines en afdelingen binnen het cluster Ouderenzorg opgenomen. Om een duidelijk beeld van de samenwerking te bekomen, is de werkgroep van start gegaan met een nulmeting. Hiervoor hebben zij gebruik gemaakt van het concept Relationele coördinatie van Gitell. Uit de gevalideerde vragenlijst kwam naar voren dat de teams reeds goed scoorden op wederzijds respect en probleemoplossende communicatie. Anderzijds kwamen ook enkele werkpunten aan het licht, zoals het delen van kennis en doelen, alsook het frequent genoeg communiceren met elkaar. Ook binnen de werkgroep werd duidelijk dat we elkaars rollen en expertise niet goed konden inschatten.